Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe wordt de match met een patiënt gemaakt?

Welke donor het meest geschikt is, wordt uiteindelijk bepaald door de behandelend arts van de patiënt. De belangrijkste factor, voor deze bepaling, is jouw weefsel- of HLA typering (stamcelinformatie). Deze moet matchen met die van de patiënt. Als je een (potentiële) match bent voor een patiënt, dan nemen wij contact met je op. Hier hoef je zelf dus niets voor te doen. Hoor je niets, dan ben je geen match.

Zodra iemand zich als donor heeft aangemeld, wordt zijn of haar HLA-typering (weefseltypering) bepaald met de wattenstaafjes. Als er een patiënt stamcellen nodig heeft met die weefseltypering, wordt de donor benaderd.

Een stamceltransplantatie heeft alleen kans van slagen wanneer de weefseltypering van donor en patiënt zoveel mogelijk overeenkomen. Uit de stamcellen van de donor ontstaan namelijk de witte bloedcellen van het afweersysteem. Als zij het lichaam van de patiënt als vreemd beschouwen ontstaan ernstige en zelfs dodelijke complicaties.

Daarom is het belangrijk dat de weefseltypering van de stamcellen van een donor zo goed mogelijk past bij een patiënt. Het vinden van een donor met passend weefseltypering noemt men ‘matching’.

De belangrijkste factoren om een match te maken zijn:

  • HLA (Human Leukocyte Antigen) dit is de uitslag van je weefseltypering, is de eerste factor, deze moet zoveel mogelijk overeenkomen of gelijk zijn, bij voorkeur hebben we een 10 uit 10 match.
  • Leeftijd is ook een belangrijke factor, de voorkeur gaat uit naar een jonge donor omdat de kwaliteit van de stamcellen hoger is en de transplantatie bij de patiënt vaker succesvol. Daarnaast stijgt de kans op risico’s ook voor de donor naarmate de donor ouder wordt.
  • Geslacht is ook een belangrijke factor. Er is een voorkeur voor mannelijke donoren, omdat die meer stamcellen hebben. Ook hebben vrouwen vaker al een zwangerschap doorgemaakt waardoor de stamcellen ook minder geschikt zijn, daardoor stijgt de kans op afstotingsverschijnselen bij de patiënt.
  • CMV ook wel bekend als het cytomegalievirus. Daarvan willen we weten of de donor hiervan een infectie heeft doorgemaakt of niet, en dus positief of negatief is voor het virus. Dit is een virus dat veel mensen ooit ongemerkt gehad hebben. Een patiënt die dit heeft doorgemaakt en getransplanteerd wordt met cellen van een donor die dit niet heeft, kan hier erg veel problemen van ondervinden, hetzelfde maar in mindere mate geldt ook als een patiënt de infectie niet heeft doorgemaakt en de donor wel.
  • Urgentie bij de patiënt, is ook een belangrijke factor bij de keuzes die we maken.
  • We kijken daarnaast nog naar factoren zoals gewicht, risicogedrag, reishistorie van de afgelopen maanden en beschikbaarheid.