Wendela verwelkomt haar nieuwe stamcellen op een wel heel bijzondere manier
In de zomer van 2021 maakte Wendela nog lange bergwandelingen in de Alpen, nog geen maand later moest ze spreekwoordelijke bergen beklimmen vanuit het ziekenhuisbed. Wendela: “Nadat de artsen vertelden dat ik acute leukemie had, werd ik per direct opgenomen. Daar stond ik dan met mijn handtasje in het ziekenhuis. Ineens was ik patiënt.”
Page content
In de zomer van 2021 maakte Wendela nog lange bergwandelingen in de Alpen, nog geen maand later moest ze spreekwoordelijke bergen beklimmen vanuit het ziekenhuisbed. Wendela: “Nadat de artsen vertelden dat ik acute leukemie had, werd ik per direct opgenomen. Daar stond ik dan met mijn handtasje in het ziekenhuis. Ineens was ik patiënt.”
Een paar maanden eerder lachte het leven Wendela nog toe. Ze had net een nieuwe baan als communicatiemanager binnen haar bedrijf waar ze vol enthousiasme aan was begonnen en maakte een mooie reis naar de Alpen met haar man. Tot ze in september ineens vage klachten kreeg.
“Ik had veel blauwe plekken en was erg vermoeid”, herinnert Wendela zich. “Toen ik ook een gek pulserend geluid in mijn oor kreeg, ben ik naar de huisarts gegaan. Een bloedtest volgde en ik kreeg te horen dat ik na een week de uitslag zou horen. Drie uur later ging mijn telefoon al! Of ik meteen naar het ziekenhuis kon komen en het was beter als ik niet alleen kwam. Toen wist ik: dit is niet goed.”
Vanaf dat moment gaat het snel. Wendela: “Het is heel gek om van de ene op de andere dag ineens levensbedreigend ziek te zijn. Binnen vier dagen lag ik al aan de chemo en twee weken later was ik kaal. Dit was het begin van een zware tijd, maar ik ben altijd positief en hoopvol gebleven.”
Helaas slaan de chemokuren niet voldoende aan. Er zijn te veel kankercellen achtergebleven in het beenmerg van Wendela waardoor ze een stamceltransplantatie nodig heeft. Een onderwerp dat haar niet vreemd is. “Ruim twee jaar eerder had ik mijzelf aangemeld als stamceldonor omdat het dochtertje van vrienden van ons dringend een donor nodig had. Toen had ik natuurlijk nooit kunnen bedenken dat ik het ooit zelf nodig zou hebben.”
De broers en zus van Wendela worden getest, maar blijken allemaal geen match te zijn. “Dat was een heel verdrietig moment”, vertelt Wendela. “Toen was ik afhankelijk van een onbekende stamceldonor uit de wereldwijde databank. Gelukkig hoorde ik al vrij snel dat ik gunstige HLA-waardes had die veel voorkwamen. Twee weken later was er voor mij een perfecte match gevonden!”
Sprake van ‘donor-stress’ was er bij Wendela naar eigen zeggen niet. “Tijdens de wachtperiode was ik vooral bezig met ziek zijn. Ik kreeg er een longontsteking bovenop en het ging even heel slecht met me. Het enige dat ik in die periode kon denken was: ‘Ik wil naar huis’. Die drang was heel sterk. Uiteindelijk mocht ik twee maanden thuis zijn voordat ik opgenomen werd voor mijn stamceltransplantatie. Dat heeft me goed gedaan.”
In die periode thuis is Wendela veel met haar donor bezig. Van de artsen heeft ze te horen gekregen dat het om een jonge vrouw van begin 20 gaat. “Een paar dagen voor de transplantatie kreeg ik een idee. Ik bedacht me: Als haar stamcellen straks mijn lichaam binnenkomen, moeten ze zich natuurlijk wel thuis voelen. Misschien kan ik ze verwelkomen met muziek waar vrouwen van die leeftijd graag naar luisteren.”
Zo gezegd zo gedaan: “Ik heb direct een Spotify playlist aangemaakt”, vertelt Wendela glimlachend. “Met de titel: Welcome dear cells. Vanuit mijn omgeving, kinderen van vrienden, heb ik veel input gekregen. Zo ontstond er een hele mooie lijst met een hoop liedjes die ik nog niet kende. Op de dag van de stamceltransplantatie, toen de stamcellen van de donor via een infuus mijn lichaam in druppelden, heb ik deze playlist aangezet en ook daarna heb ik 'm nog vaak beluisterd. Het maakt dat ik mij echt verbonden voel met mijn donor terwijl ik haar helemaal niet ken.”
In de periode die volgt doen de stamcellen van de donor goed hun werk. Na drie weken mag Wendela naar huis. “Op dat moment was ik zó ontzettend blij!”, vertelt ze. “Het was heerlijk om geen lange ziekenhuisopname meer voor de boeg te hebben. Toch waren de eerste drie maanden thuis erg intensief. Ik had een laag HB en dus nog weinig energie, maar ik merkte wel dat het gestaag steeds een beetje beter ging. Langzaamaan kon ik steeds wat meer: wandelen, fietsen, een beetje koken. Ik was altijd al dankbaar voor het leven en mijn gezondheid, maar dat is in die periode alleen maar meer geworden.”
Nu, bijna een jaar later, gaat het goed met Wendela en luistert ze nog regelmatig naar haar stamcel-playlist. Hoewel dit samenhangt met een moeilijke tijd, krijgt ze er juist een fijn gevoel bij. “Die dag van de stamceltransplantatie zie ik echt als iets positiefs. Het was voor mij een kantelpunt in het proces”, legt Wendela uit. “Het herinnert me aan hoop en positiviteit, op naar betere tijden. En natuurlijk aan mijn donor. Iemand die mij niet kent en mij een toekomst heeft gegeven. Dankzij haar ben ik er nog! Daar zal ik haar altijd dankbaar voor zijn.”