Cookies
De websites van Matchis maken gebruik van cookies om de functionaliteit te waarborgen en gebruikerservaring te verbeteren. Meer informatie vind je op onze cookie-pagina.
Leukemie is een verzamelnaam voor verschillende vormen van bloedkanker. We onderscheiden de volgende vier vormen:
Elk jaar krijgen duizenden mensen in Nederland een vorm van leukemie. Stamceldonoren kunnen ervoor zorgen dat leukemiepatiënten volledig van de ziekte genezen. Daarvoor moet de weefseltypering van de donor en de patiënt overeenkomen. De kans dat twee mensen met elkaar matchen is heel klein, dus het is belangrijk dat er zoveel mogelijk stamceldonoren geregistreerd staan.
Ons bloed bestaat uit verschillende soorten bloedcellen, die beginnen als bloedvormende stamcellen in ons beenmerg. Deze stamcellen kunnen zich ontwikkelen tot: rode bloedcellen, witte bloedcellen (immuuncellen) of bloedplaatjes. Dit is een continu proces en zorgt ervoor dat oude ‘versleten’ bloedcellen worden vervangen door nieuwe.
Bij iemand met leukemie gaat het aanmaken van bloedcellen uit stamcellen anders. In het lichaam van een leukemiepatiënt treedt er een ontregelde groei op van onrijpe cellen. Hierdoor komt de productie van de normale bloedcellen in het beenmerg in het gedrang en kunnen er levensbedreigende situaties ontstaan door:
De oorzaak van de ontregelde groei en deling van cellen is een beschadiging in het erfelijke materiaal van een bloedstamcel, die zich daarna ongeremd gaat delen.
De behandeling is afhankelijk van het soort leukemie. Vaak wordt gekozen voor een behandeling met chemotherapie en vaak ook radiotherapie. De chemotherapie zorgt voor dat de leukemiecellen vernietigd worden. Bij radiotherapie worden bepaalde delen van het lichaam bestraald waardoor het genetische materiaal van de cellen lokaal wordt beschadigd. Daardoor kunnen de cellen zich niet meer delen.
Als de behandeling onvoldoende succesvol blijkt of als de patiënt een grote kans heeft op terugval, dan kan gekozen worden voor een stamceltransplantatie. Door gezonde stamcellen van een stamceldonor toe te dienen heeft de patiënt een kans om volledig van de ziekte te genezen.
Voordat een patiënt een stamceltransplantatie kan ondergaan is het noodzakelijk zijn eigen beenmerg en immuunsysteem “uit te schakelen”. Dit gebeurt door de patiënt te behandelen met een dosis chemotherapie en radiotherapie die zó hoog is, dat het beenmerg onherstelbaar beschadigd raakt. Zonder deze behandeling zal het immuunsysteem van een patiënt de donorcellen aanvallen en vernietigen waardoor de transplantatie mislukt.
De nieuwe stamcellen van een donor worden via een infuus toegediend en gaan zelf naar het beenmerg toe. Hier zullen zij zich gaan vermeerderen en later gezonde bloedcellen produceren. Het duurt ongeveer twee weken voordat zichtbaar is in een laboratorium dat de nieuwe stamcellen hun werk doen.
Naast de aanmaak van nieuwe stamcellen en bloedcellen kunnen de donorcellen ook zieke leukemiecellen herkennen. Als donorcellen de zieke cellen herkennen, kunnen zij deze vernietigen waardoor de patiënt kans heeft om volledig van de ziekte te genezen.
Bij acute leukemie rijpen de voorlopercellen in het beenmerg niet volledig uit. Deze ‘onvolwassen’ cellen blijven zich delen en hopen zich daardoor op in het beenmerg. Zo ontstaat er een tekort aan normale (rijpe) witte bloedcellen in het bloed.
Bij chronische leukemie worden de beenmergcellen maar gedeeltelijk volwassen en functioneren de cellen niet normaal. De afwijkende cellen zijn niet goed in staat om infecties te bestrijden. Uiteindelijk zullen deze cellen de normale witten bloedcellen verdringen. Chronische leukemie kan jarenlang sluimerend aanwezig zijn.
Het verschil tussen Acute Myeloïde Leukemie en Acute Lymfatische Leukemie wordt veroorzaakt door het type cel waarin de afwijking ontstaat.
AML (Acute Myeloide Leukemie) ontstaat in de ‘onvolwassen’ myeloïde voorlopercel. Hierdoor ontstaan er uit deze cel geen rijpe rode bloedcellen, bloedplaatjes en bepaalde witte bloedcellen meer. Deze vorm van leukemie komt vaker voor bij volwassenen of oudere personen.
Bij ALL (Acute Lymfatische Leukemie) rijpen de lymfocyten niet goed uit voordat ze het beenmerg verlaten. Een lymfocyt is een bepaald type witte bloedcel. Doordat deze niet goed uitrijpen, ontstaat er een tekort aan goed werkende witte bloedcellen van dit type. Deze vorm van leukemie komt vaker voor bij jongere personen.
Naast leukemie kan een stamceltransplantatie ook voor andere ziektes worden toegepast. Een aantal voorbeelden:
Bij een ernstige bloedziekte, zoals bijvoorbeeld leukemie, is de aanmaak van de gezonde bloedcellen verstoord. Gezonde bloedcellen zijn nodig voor het vervoer van zuurstof, bestrijding van infecties en het voorkomen van bloedingen. Door de verstoorde aanmaak van bloedcellen komt een patiënt in een levensbedreigende situatie. Bij een stamceltransplantatie krijgt een patiënt weer goed functionerende stamcellen die zelf nieuwe en gezonde bloedcellen aan gaan maken.
Immuunsysteem
Voordat een patiënt een stamceltransplantatie kan ondergaan is het noodzakelijk zijn eigen immuunsysteem “uit te schakelen”. Dit gebeurt door de patiënt te behandelen met een dosis chemotherapie en radiotherapie die zó hoog is, dat het beenmerg onherstelbaar beschadigd raakt. Zonder deze behandeling zal het immuunsysteem van een patiënt de donorcellen aanvallen en vernietigen waardoor de transplantatie mislukt.
De nieuwe stamcellen van een donor worden via een infuus toegediend en gaan zelf naar het beenmerg toe. Hier zullen zij zich gaan vermeerderen en later gezonde bloedcellen produceren. Het duurt ongeveer twee weken voordat zichtbaar is in een laboratorium dat de nieuwe stamcellen hun werk doen.
Genezing
Naast de aanmaak van nieuwe stamcellen en bloedcellen kunnen de donorcellen ook zieke cellen herkennen. Als donorcellen de zieke cellen herkennen, kunnen zij deze vernietigen waardoor de patiënt kans heeft om volledig van een ziekte te genezen.